Uitleg over de lampjes en knoppen op het bedieningspaneel voor Ring Alarm (2de generatie)

Het bedieningspaneel (2de generatie) van Ring Alarm is zo ontworpen dat iedereen thuis of op je bedrijfslocatie zonder smartphone het systeem eenvoudig kan in- en uitschakelen. 

Met de oplaadbare batterij kun je het bedieningspaneel eenvoudig verplaatsen in huis. De batterij gaat een paar maanden mee voordat deze opnieuw moet worden opgeladen (afhankelijk van het gebruik en de instellingen voor energiebesparing). Gebruik de meegeleverde USB-kabel en -stekker om het bedieningspaneel op te laden. 

Led-modi van het bedieningspaneel (2de generatie) van Ring Alarm

Voor het bedieningspaneel kun je kiezen uit drie standen:

• Moduslampje ingeschakeld houden.

  De knop voor de huidige stand blijft altijd branden (wanneer het apparaat is aangesloten op een werkende voedingsbron).
• Bij beweging wordt het licht ingeschakeld.

  Het bedieningspaneel wordt verlicht als beweging wordt gedetecteerd.
• Bij indrukken van de knop wordt het licht ingeschakeld.

  Het bedieningspaneel wordt alleen verlicht wanneer je op een knop op het bedieningspaneel drukt (bespaart batterijvermogen).

Led-modus voor het bedieningspaneel kiezen:

1. Open de Ring-app en ga naar hoofddashboard.

2. Tik op de tegel Alarm onder Apparaten.

3. Tik op Verbonden apparaten.

4. Selecteer je

   Bedieningspaneel

   .
5. Tik op

   LED-instellingen

   .
   • Lampje voor de huidige stand ingeschakeld houden.

     De led-lampjes blijven altijd branden (indien aangesloten op een werkende stroombron).
     • Als

       Lampje voor de huidige stand ingeschakeld houden

       is geselecteerd, maar het bedieningspaneel (2de generatie) is losgekoppeld, werkt het bedieningspaneel alsof

       bewegingsdetectie

       is geselecteerd om batterijstroom te besparen.
   • Bij beweging wordt het licht ingeschakeld.

     Lampjes gaan branden wanneer er beweging wordt gedetecteerd.
   • Bij indrukken van de knop wordt het licht ingeschakeld.

     De lampjes gaan alleen branden wanneer je op een knop op het bedieningspaneel drukt (bespaart batterijvermogen).

Opmerking: als Moduslampje ingeschakeld houden is geselecteerd, maar het bedieningspaneel (2de generatie) is losgekoppeld, werkt het bedieningspaneel alsof bewegingsdetectie is geselecteerd om batterijstroom te besparen.

Hieronder vind je beschrijvingen en uitleg over alle knoppen en lampjes op het bedieningspaneel.  

• Netwerklampje:

  dit brandt alleen tijdens het koppelen of om fouten aan te geven. Bij rood licht kan er geen netwerkverbinding worden gemaakt.
• Batterijlampje:

  dit geeft de batterijstatus aan. Als het lampje uit is, is er voldoende batterijvermogen. Geel betekent dat het batterijniveau laag is en rood betekent dat de batterij echt bijna leeg is. Dit lampje knippert groen tijdens het opladen. 
• Paniekknop:

  deze knop laat de sirene horen en verzendt pushmeldingen naar noodcontacten wanneer deze wordt ingedrukt. Als je

  Alarmsysteem-oproepen

  hebt ingeschakeld

  ¹

  , wordt er een signaal naar de bewakingsdienst gestuurd, die tegelijkertijd je noodcontacten zal bellen.
• Brandknop:

  deze knop laat de sirene horen en verzendt pushmeldingen naar noodcontacten wanneer deze wordt ingedrukt. Met alarmsysteem-oproepen ingeschakeld wordt er een signaal naar de bewakingsdienst gestuurd, die tegelijkertijd je noodcontacten zal bellen.
• Medischehulpknop:

  als je op deze knop drukt, knippert het basisstation en wordt er een pushmelding verzonden. De sirene gaat niet af, maar je hoort de woorden "Medischehulpmelding actief". Met alarmsysteem-oproepen ingeschakeld wordt er een signaal naar de bewakingsdienst gestuurd, die tegelijkertijd je noodcontacten zal bellen. 
• Bewegingssensor:

  als de bespaarstand is uitgeschakeld*, wordt deze sensor gebruikt om beweging in de buurt van het bedieningspaneel te detecteren. Het apparaat licht op wanneer dat nodig is.
• Stand Uitgeschakeld:

  voer je toegangscode in en druk op de knop om het alarmsysteem bij thuiskomst uit te schakelen.
• Stand Thuis:

  voer je toegangscode in en druk op de knop om het alarmsysteem in de stand Thuis te zetten wanneer er mensen of grote huisdieren in huis zijn. Deze stand wordt ook 's nachts gebruikt om je huis te beveiligen terwijl je slaapt.
• Stand Weg:

  voer je toegangscode in en druk op Weg om het alarmsysteem in te schakelen wanneer niemand thuis zal zijn. 
• Lichtbalk:

   hiermee wordt de resterende tijd van de thuiskomst- en vertrekvertragingen aangegeven.

* Dit is van toepassing op eerdere bedieningspanelen (2de generatie) die nog over een bespaarstand beschikken.

De bespaarstand van het bedieningspaneel gebruiken

Opmerking: dit is van toepassing op eerdere bedieningspanelen (2de generatie) die nog over een bespaarstand beschikken.

De bespaarstand van het bedieningspaneel voor Ring Alarm werkt op twee manieren:

• Met energiebesparing aan:

  de knoppen voor de gewenste stand lichten op wanneer een knop wordt ingedrukt. Cijfers lichten op wanneer het donker is of wanneer een knop wordt ingedrukt. Deze optie zal de meeste energie besparen.
• Met energiebesparing uit:

  de knoppen voor de gewenste stand lichten op wanneer er beweging wordt gedetecteerd. Cijfers lichten op als het donker is en er een knop wordt ingedrukt of beweging wordt gedetecteerd.

Als je de bespaarstand van het bedieningspaneel wilt in- of uitschakelen, open je de app en stel je de optie met de wisselknop in op de pagina met instellingen voor het bedieningspaneel. Tik in het menu op Apparaten, tik op Basisstation Ring Alarm en vervolgens op Bedieningspaneel. Tik op de pagina Apparaatgegevens op het tandwielpictogram in de hoek.