Ring Alarm (1e generatie) installatiehandleiding
1. Wat wordt er met Ring Alarm meegeleverd?
Basisstation Ring Alarm: het centrale knooppunt van je Ring Alarm-systeem. Het basisstation verbindt al je Alarm-apparaten met de Ring-app, zodat je je huis altijd en vanaf elke locatie in de gaten kunt houden. Aan te sluiten op stroom met de meegeleverde voeding.
Ring-bedieningspaneel: hiermee kun je rechtstreeks het Ring Alarm-systeem regelen. Bevestig het apparaat aan een muur of plaats het op een tafel in de buurt van een deur die je vaak gebruikt. Aan te sluiten op stroom met de USB-voeding en -kabel.
Ring-contactsensor: waarschuwt je wanneer een deur of raam wordt geopend. Maakt gebruik van de sensormagneet en de bevestigingsmaterialen die worden meegeleverd met de installatieset voor de contactsensor.
Ring-bewegingsdetector: waarschuwt je voor beweging in je huis. Bevestiging met behulp van de materialen die worden meegeleverd met de installatieset voor de bewegingsdetector.
Ring-signaalversterker: breidt het draadloze Z-Wave-netwerk uit om Alarm-apparaten op afstand te bereiken.
2. Je huis en Ring Alarm
Dit voorbeeldhuis laat zien hoe Ring Alarm in een huis kan worden gebruikt. Pas de configuratie van Ring Alarm aan je eigen wensen aan.
3. Je Ring-account configureren
1. Download eerst de Ring-app voor je iOS- of Android-apparaat.
• Zorg ervoor dat je de nieuwste versie van de Ring-app uit de App Store hebt voordat je Ring Alarm configureert.
2. Maak vervolgens je account aan.
• Als je nog geen Ring-account hebt, tik je op Account maken. De app vraagt je om je huisadres, naam en e-mailadres in te voeren. Daarna word je gevraagd een wachtwoord te maken.
• Als je al een Ring-account hebt dat je gebruikt voor andere Ring-apparaten of voor Ring.com, gebruik dan dat account om in te loggen bij de Ring-app.
3. Je kunt nu beginnen met het configureren van je Ring Alarm.
• Tik in het menu op Een apparaat configureren.
• Tik vervolgens op Beveiligingsapparaten.
• Tik op Basisstation.
4. Het Alarm-basisstation configureren
De mobiele app leidt je nu door het configuratieproces.
Om de app tijdens de configuratie met het basisstation te laten communiceren, word je door de app gevraagd om op de koppelingsknop aan de achterkant van het basisstation te drukken totdat de blauwe cirkel begint te draaien.
De eerste keer dat het basisstation verbinding maakt met internet, wordt automatisch een software-update gestart. De update kan enkele minuten duren. Het ledlampje van het basisstation moet nu een blauwe cirkel met een daaromheen draaiende gele cirkel laten zien.
Wanneer de procedure is voltooid, brandt het ledlampje ononderbroken blauw. Zodra het basisstation is geconfigureerd, geeft de kleur van de led-cirkel de status aan. Klik hier voor een uitleg van de led-patronen op het basisstation. Volg de app om verder te gaan met het configuratieproces.
5. Alarmsysteem-oproepen1 instellen
Met alarmsysteem-oproepen worden jij en je noodcontacten automatisch gebeld wanneer Ring Alarm een beveiligingsprobleem detecteert en het alarm afgaat.
Meer informatie over alarmsysteem-oproepen.
Wat is zelfbewaking?
Als je alarmsysteem-oproepen overslaat, werkt Ring Alarm met zelfstandige beveiliging. In een noodgeval klinkt het alarm, maar wordt er geen signaal afgegeven aan de bewakingsdienst. Je noodcontacten worden evenmin automatisch ingeseind over het noodgeval. Als je nu voor zelfstandige beveiliging kiest, kun je op elk gewenst moment teruggaan en je aanmelden voor alarmsysteem-oproepen.
Noodcontacten (alleen bij alarmsysteem-oproepen)
Wanneer er een alarmsignaal wordt ontvangen, wordt je lijst met noodcontacten gebeld; mensen die je vertrouwt om de oproep te beantwoorden en je huis binnen te gaan voor het geval je niet bereikbaar bent.
Je noodcontacten moeten in staat zijn om:
• Hun telefoon te beantwoorden en noodsituaties af te handelen.
• Te reageren door naar je huis te gaan als hulp nodig is.
• Je huisdeur open te maken om zo nodig hulpverleners toe te laten tot je huis.
• Je Ring Alarm te gebruiken en het uit te schakelen als de autoriteiten hierom vragen.
Let op: sla ons nummer op in je adresboek! Je weet dan dat wij het zijn als we je bellen tijdens een noodgeval. Ring Alarm: +31852085994
6. Je Alarm-apparaten configureren
Het configureren van de Ring Alarm-beveiligingsapparaten bestaat uit drie stappen:
Voer voor de eenvoudigste configuratie alle drie de stappen uit voor elk apparaat voordat je verder gaat met het volgende. Met behulp van de app en deze handleiding helpen we je bij het plaatsen van je Alarm om de beveiliging van je huis te verbeteren.
Tip: open niet alle tabbladen tegelijk! Dat kan het configureren van Ring Alarm een stuk ingewikkelder maken. Wacht tot je klaar bent om een bepaald apparaat te configureren en open pas het bijbehorende tabblad wanneer de app daarom vraagt.
Informatie over Ring Alarm-apparaatcodes:
Het Ring Alarm-systeem omvat meerdere apparaten. Elk apparaat heeft een unieke QR-code en 5-cijferige code op de achterkant. Wanneer je in de app werkt, kun je deze code gebruiken om het apparaat waarmee je werkt te identificeren. In deze voorbeeldafbeeldingen zie je waar je de QR-codes kunt vinden op de Ring Alarm-apparaten.
6.1 Signaalversterker
Signaalversterkers breiden het bereik van het Ring Alarm-netwerk uit en stellen de apparaten in staat om te communiceren met het basisstation.
1. Verbinden: sluit de signaalversterker aan op een willekeurig stopcontact om deze te koppelen en de verbinding tot stand te brengen
2. Configureren: geef de signaalversterker met de app een unieke naam en wijs deze toe aan een ruimte.
3. Installeren: sluit de signaalversterker aan op een stopcontact tussen het basisstation en een of meerdere Alarm-apparaten.
Tip: de signaalversterker werkt het beste wanneer deze tussen het basisstation en de verste Alarm-apparaten wordt geplaatst. Mogelijk moet je hem in verschillende stopcontacten in huis uitproberen om de beste plek te vinden.
6.2 Contactsensor
Contactsensoren kunnen op elke deur of elk raam worden geïnstalleerd. Het maakt niet uit in welke richting je de sensoren installeert en ook niet of je de sensor of de magneet op de deurlijst bevestigt, zolang de inkepingen op de sensor en magneet zich maar op één lijn bevinden en de afstand ertussen maximaal 1,27 cm is.
Wij raden je aan contactsensoren te installeren op elke deur en elk raam waardoor iemand je huis zou kunnen binnendringen. Dit geldt niet alleen voor ramen op de begane grond maar tevens voor alle ramen op bovenverdiepingen boven bijvoorbeeld een garage, portiek of naast een grote boom.
1. Verbinden: trek het lipje uit de achterkant van de contactsensor om deze te verbinden.
2. Configureren: Kies in de app de plaatsing van de sensor (Deur of Raam), geef de sensor een unieke naam die de locatie beschrijft en wijs hem toe aan een kamer of ruimte. Deur- en raaminstellingen: als je de contactsensor op een deur gebruikt, vergeet dan niet de plaatsing in te stellen op Deur en bepaal vervolgens of het een primaire of secondaire deur is. Voor primaire deuren is er de functie Vertraging bij thuiskomen en weggaan om te voorkomen dat je het alarm per ongeluk zelf activeert.
3. Installeren:
- pak de beugels voor de achterkant van de sensor en de magneet uit de accessoiretas.
- Kies een montageplaats (aan de andere kant van de deur dan waar zich de scharnieren bevinden), waarbij de afstand tussen de sensor en de magneet maximaal 1,27 cm is en de inkepingen aan de zijkant van de twee delen zich op één lijn bevinden (zie rechts).
- Bevestig de beugels met de meegeleverde tape of schroeven.
- Klik de sensor en de magneet op hun beugels. Sensorsabotage: als je een sensorafdekking opent, zie je in de Ring-app dat de sensor is 'gesaboteerd'. Wanneer je de afdekking sluit, zou de sensor weer als normaal moeten worden aangegeven. Als je het alarm moet inschakelen terwijl een sensor is gesaboteerd, word je gevraagd de melding te negeren, zodat je verder kunt gaan met het inschakelen.
6.3 Bewegingsdetector
Bewegingsdetectoren werken op een slimme manier. Deze detecteren beweging in ruimten en gangen waar een eventuele indringer hoogstwaarschijnlijk doorheen zal lopen, terwijl jij en je gezin vrij door het huis kunnen bewegen.
In de stand Normaal detecteert de sensor voortdurend beweging, maar geeft deze alleen bij de eerste detectie een melding. Na drie tot vier minuten zonder activiteit wordt dit hersteld en is de sensor weer paraat om je opnieuw te waarschuwen.
In de Teststand detecteert de sensor voortdurend beweging en word je ongeveer elke 15 seconden gewaarschuwd. Dit kan je helpen om te testen op dode hoeken, huisdieren en andere triggers in de omgeving.
Wat je moet weten over de bewegingsdetector:
• Dient 2,1 m boven de vloer te worden gemonteerd.
• Kan in een hoek of op een vlakke wand worden geplaatst (zie illustraties).
• Vereist zicht op de ruimte of het gebied zonder obstakels of dode hoeken.
• Mag nooit bij een warmtebron zoals een fornuis, open haard of raam met direct zonlicht worden geplaatst.
• Negeert huisdieren die minder dan 22 kg wegen, indien ingesteld op de laagste bewegingsgevoeligheid.
1. Verbinden: trek het lipje uit de achterkant om de bewegingsdetector te verbinden.
2. Configureren: bepaal met de app of deze bewegingsdetector wordt gebruikt in een hal of kamer, geef hem vervolgens een unieke naam en wijs hem toe aan de betreffende ruimte.
3. Installeren:
- zoek de beugel voor de achterkant van de detector op in de accessoiretas.
- Bevestig de beugel stevig met de meegeleverde tape of schroeven.
- Klik de bewegingsdetector op de beugel.
6.4 Bedieningspaneel
Je gebruikt het bedieningspaneel om het alarm in en uit te schakelen. We raden je daarom aan het te plaatsen in de gang of in de buurt van de deur die je het vaakst gebruikt om naar buiten en binnen te gaan. Sommige mensen monteren een tweede bedieningspaneel in hun slaapkamer zodat ze er 's nachts makkelijk bij kunnen.
1. Verbinden: volg de stappen in de app om het bedieningspaneel met de meegeleverde USB-kabel en adapter op een stopcontact aan te sluiten.
2. Configureren: geef het bedieningspaneel een unieke naam en voeg het toe aan een kamer of ruimte. Vergeet niet dat je een persoonlijke toegangscode moet aanmaken om het alarm mee in en uit te schakelen**.**
3. Monteren: het bedieningspaneel kan tegen een muur worden gemonteerd of op een tafel worden geplaatst met behulp van de omkeerbare beugel, en kan op een stopcontact zijn aangesloten of niet. Volg de instructies op de volgende pagina.
Het Ring-bedieningspaneel op een tafel gebruiken:
1. Schuif de beugel van het bedieningspaneel.
2. Draai de beugel om en schuif deze vervolgens weer terug op het bedieningspaneel.
Het Ring-bedieningspaneel op een muur installeren:
1. Schuif de beugel van het bedieningspaneel.
2. Plaats de montagebeugel op de muur en gebruik vervolgens de muurpluggen en schroeven uit de kit om de beugel aan de muur te bevestigen. (Als je pluggen gebruikt, moet je vooraf gaten boren.)
3. Schuif het bedieningspaneel op de beugel.
7. Ring Alarm leren gebruiken
Alarm-standen: het Alarm-systeem heeft drie beveiligingsstanden waaruit je kunt kiezen: Uitgeschakeld, Weg en Thuis. Je kunt tussen ertussen schakelen met behulp van het bedieningspaneel of via de Ring-app.2
Ring Alarm in- en uitschakelen
Voer je persoonlijke toegangscode in op het bedieningspaneel en druk vervolgens op de knop Uitgeschakeld, Weg of Thuis. Als je de app gebruikt, tik je op de gewenste stand.
Als je het systeem uitschakelt, wordt het alarmsignaal geannuleerd:
Met alarmsysteem-oproepen ingeschakeld wordt het alarmsignaal dat naar de bewakingsdienst wordt gestuurd geannuleerd als je het systeem uitschakelt wanneer het alarm afgaat. Als je het alarmsignaal binnen 60 seconden uitschakelt, ontvang je mogelijk geen oproepen van de bewakingsservice. In een noodgeval kun je het alarm laten afgaan zonder het uit te schakelen totdat je zeker weet dat het niet nodig is.
Sensoren negeren
Met de negeerfunctie kun je Ring Alarm inschakelen en het systeem een sensor laten negeren tot de volgende keer dat je het weer inschakelt. Dit wordt meestal gebruikt om Ring Alarm in te schakelen wanneer je een raam wilt openzetten of een apparaatprobleem wilt negeren om het op een later tijdstip op te lossen.
Met het bedieningspaneel: wanneer je het systeem wilt inschakelen en een sensor moet negeren, geeft het bedieningspaneel aan dat 'sensoren moeten worden genegeerd'. Het pictogram ! in de rechterbovenhoek licht op en de ✓-knop gaat knipperen. Je kunt op de ✓-knop drukken om door te gaan met inschakelen, of niets doen om het inschakelen te annuleren.
Met de app: als je probeert het alarm in te schakelen en een sensor moet worden genegeerd, krijg je een melding.
Kiezen welke sensoren in welke stand worden ingeschakeld
In elke beveiligingsstand worden specifieke groepen sensoren ingeschakeld. Standaard schakelt de stand Weg alle sensoren in en schakelt de stand Thuis alleen contactsensoren op deuren en ramen in. Je kunt naar wens instellen welke sensoren worden ingeschakeld in de standen Thuis en Weg.
Als je bijvoorbeeld wilt voorkomen dat een bepaalde deur wordt ingeschakeld in de stand Thuis, kun je dit aanpassen in Standen instellen.
Informatie over vertraging bij thuiskomen en weggaan
Vertraging bij weggaan geeft je kort de tijd om je huis te verlaten nadat je Ring Alarm hebt ingeschakeld. Je hoort een aantal tonen om je eraan te herinneren dat je maar een paar seconden hebt om weg te gaan en de deur te sluiten. Nadat de vertraging bij weggaan is verstreken, staat het alarm in de stand Ingeschakeld. Als je de deur opent, wordt de vertraging bij weggaan geactiveerd en begint het aftellen. Vertraging bij thuiskomen geeft je kort de tijd om Ring Alarm uit te schakelen nadat je je huis bent binnengekomen. Je hoort ter herinnering een aantal tonen tijdens de vertraging. Wanneer de vertraging is verstreken, gaat de sirene af als je tegen die tijd Ring Alarm niet hebt uitgeschakeld.
Als je Vertraging bij thuiskomen en weggaan wilt gebruiken, stel je de instelling Plaatsing contactsensor in op Hoofddeur. Stel elke vertraging in op een tijd tussen 0 seconden (geen vertraging) en 180 seconden (3 minuten). Zorg ervoor dat je genoeg tijd hebt om Ring Alarm in en uit te schakelen.
Wat gebeurt er wanneer Ring Alarm afgaat?
De ervaring van Ring Alarm kan verschillen, afhankelijk van of je je hebt aangemeld voor alarmsysteem-oproepen.1
Eigenaren en gedeelde gebruikers
Je kunt vertrouwde personen uitnodigen om Ring Alarm te gebruiken en hun beperkte toegang geven
Gedeelde gebruikers en gastgebruikers toevoegen Voeg als volgt gebruikers aan je account toe
1. Open het menu aan de zijkant in de Ring-app.
2. Tik op Instellingen en vervolgens op Gebruikers.
3. Een gebruiker toevoegen:
• Android: tik op het pictogram in de rechterbenedenhoek.
• iOS: tik onderaan het scherm op de knop Gebruiker toevoegen.
• Web: Tik op de knop in de blauwe koptekstbalk.
4. Tik op het type gebruiker dat je wilt toevoegen.
• Gedeelde gebruikers: Kies via het bedieningspaneel een unieke toegangscode om het systeem in en uit te schakelen en tik vervolgens op Uitnodiging verzenden. (Als een gedeelde gebruiker je uitnodiging niet binnen zeven dagen per e-mail accepteert, wordt deze geannuleerd. Je kunt de uitnodiging altijd opnieuw verzenden vanuit de app.)
• Gastgebruikers: Kies een toegangscode die ze op het bedieningspaneel kunnen gebruiken, tik op Gereed en geef de toegangscode door aan de gastgebruiker. Als je een gedeelde gebruiker of gastgebruiker uit je Ring-account wilt verwijderen, tik je op de naam van de gebruiker en vervolgens op Gebruiker verwijderen. Als je alleen de toegang tot Ring Alarm wilt opheffen zonder de gebruiker te verwijderen, tik je op de gebruikersnaam en vervolgens op het vinkje naast Alarm-basisstation.
Paniekalarm activeren:
Ring Alarm is voorzien van een paniekalarm voor het geval er zich een noodsituatie voordoet terwijl je thuis bent. Houd de X-knop en de ✓-knop op het bedieningspaneel tegelijkertijd drie seconden ingedrukt om deze functie te activeren.
Als het paniekalarm wordt geactiveerd, klinkt de sirene. Met alarmsysteem-oproepen ingeschakeld wordt er een signaal naar de bewakingsdienst gestuurd, die tegelijkertijd je noodcontacten een voor een zal bellen totdat iemand antwoordt.
Je meldingen beheren
Het Ring Alarm-systeem kan meldingen naar je telefoon en e-mail verzenden
• Wanneer een apparaat offline gaat
• Wanneer het alarm afgaat
• Als de batterij van een apparaat bijna leeg is, en bij verschillende andere gebeurtenissen.
Als je wilt aanpassen welke meldingen je ontvangt, open je het menu aan de zijkant, tik je op Instellingen en selecteer je Alarm-meldingen. Zowel jijzelf als gedeelde gebruikers kunnen voorkeursmeldingen in- en uitschakelen.