Gekoppelde apparaten gebruiken
Met de functie gekoppelde apparaten kunnen je Ring-apparaten samenwerken wanneer er een gebeurtenis plaatsvindt.
Je videodeurbellen en beveiligingscamera's koppelen of ontkoppelen
Wanneer een apparaat beweging detecteert of er wordt aangebeld bij een deurbel, kun je instellen dat andere camera's beginnen met opnemen en dat lampen worden ingeschakeld. Als je een Ring Home-abonnementhebt, worden je Ring-video's van gekoppelde apparaten in je gebeurtenissengeschiedenis weergegeven als een gekoppelde gebeurtenis.
Volg deze stappen in de Ring-app om je apparaten te koppelen of te ontkoppelen:
Open de Ring-app en ga naar hoofddashboard.
Tik op het pictogram Meer (•••) in het camerabeeld voor het apparaat dat je wilt openen.
Tik op de instellingen van je apparaat.
- Tik opGekoppelde apparaten.
- Kies waardoor andere apparaten worden geactiveerd.
- Tik opBeweging gedetecteerd.Selecteer welke van je apparateneen gebeurtenis moeten opnemenofde lampen moeten inschakelenwanneer het hoofdapparaat beweging detecteert.
- Tik voor deurbellen opAanbellen. Selecteer welke van je apparateneen gebeurtenis moeten opnemenofde lampen moeten inschakelenwanneer er op je deurbel wordt gedrukt.
- Als je apparaten wiltontkoppelen, schakel je de selectievakjes van de betreffende functies uit.
- Tik opOpslaan.
Let op: niet alle apparaten kunnen de lampen activeren. De beschikbare acties zijn afhankelijk van het type apparaat.
Ring Alarm koppelen aan of ontkoppelen van andere apparaten
Wanneer Ring Alarm wordt geactiveerd, kun je instellen dat je camera's beginnen met opnemen, lampen worden ingeschakeld en de sirene afgaat. Als je een Ring Home-abonnementhebt, worden je Ring-video's van gekoppelde apparaten in je gebeurtenissengeschiedenis weergegeven als een gekoppelde gebeurtenis. Volg deze stappen in de Ring-app om Ring Alarm te koppelen of te ontkoppelen:
Open de Ring-app en ga naar hoofddashboard.
Tik op de tegel Alarm onder Apparaten.
Tik op de instellingen van je apparaat.
- Tik opGekoppelde apparaten.
- Kies de actie waardoor andere apparaten worden geactiveerd.
- Tik opAlarmgeluidofVertraging bij binnenkomst.
- Selecteer welke van je apparateneen gebeurtenis moeten opnemen,de lampen moeten inschakelenof deirene moeten laten afgaanwanneer het basisstation wordt geactiveerd.
- Als je apparaten wiltontkoppelen, schakel je de selectievakjes van de betreffende functies uit.
- Tik opOpslaan.
Let op: niet alle apparaten kunnen de lampen en sirene activeren. De beschikbare acties zijn afhankelijk van het type apparaat.